Backspace, backspace, backspace. Nieuwe regel, nieuwe alinea. Wat wil de lezer weten? Nee, nee, dat moet anders. Nieuwe zin, andere zin, ander woord, nieuwe volgorde. Backspace. Ctrl S.
Wat wil de lezer lezen? Welke informatie hoort daarbij? Wat wil ik zeggen? Hoe moet ik het zeggen? Backspace. Nieuwe alinea, andere zin, nieuwe volgorde. Ctrl S. Ander begin, nieuwe zin, nieuw document, klad openen. Backspace.
Nee, nee, dat moet anders. Wat wil ik zeggen, wat wil de lezer lezen? Welke informatie, teveel informatie. Wat is belangrijk? Backspace, backspace, backspace.
Nieuwe regel, nieuwe alinea, nieuw document. Nee, nee, nee! Nieuwe zin, andere zin, ander woord, nieuwe volgorde. Backspace. Ctrl S. Ctrl S. Ctrl S. Ctrl S. Nieuw document.