donderdag 21 februari 2013

Olifantenerfenis

Toen Tante Khin overleed kregen we allemaal wat
Ik een speelbal, mijn broer het oude olievat
Mijn vader een drinkbak, mijn moeder het tuinmeubilair
En Tante Yin het porseleinen beeldje, zij hield wel van ordinair
Iedereen was blij met de erfenis van Tante Khin
Alleen de macht hing er nog een beetje tussenin
Het buurtcomité organiseerde meetings bij de eik
Ze kwamen er niet uit, dus begon het gezeik
Tante Yin wilde de baas zijn van ons allemaal
Niks bracht haar op andere gedachten, zelfs geen bilateraal
Geduw, getrap, getrek, geroddel en achterklap
De oorlog om macht was belangrijker dan verwantschap
Maar in Emmen daar houden ze niet van trammelant
Dus gaan er nu vier naar Duitsland
Wat een opluchting, we krijgen weer rust
En langzaam worden we er ons van bewust
Dat we straks wel kunnen vergeven
Maar vergeten, dat kunnen we ook niet heel even

Foto: De Gelderlander











zondag 17 februari 2013

Zondag ziet mensen

Kinderen fietsen met vriendjes en zusjes, honden lopen met honden, zonder baasjes, met baasjes, die meer op elkaar lijken dan te lijken te willen kijken naar Cesar ‘the dogwhisperer’, wie kent hem niet? Zij, blijkbaar. Mij kijken ze aan alsof in je eentje wandelen slechts is voorbehouden voor enge mannen in regenjassen.

Verderop loop ik een meisje voorbij, met benen die bijna bezwijken onder hun eigen gewicht en dat van haar. ‘Kratss-Kratss’ hoor ik bij het tegen elkaar wrijven van elke stap, als droge boomschors dat langs elkaar schuurt op een dagger-feest. Hardlopers gaan me voorbij in snelheiden die sneller gaan dan wanneer ik hetzelfde doe, maar niet op zondag. 

Bij het veldje ruik ik pijprokende mannen van in de 70. Zij wonen er al hun leven lang, daar aan het park, chique de friemel, ach welnee, een bescheiden optrekje, al decennia in de familie. Met labradors natuurlijk, Billie, zo heet er eentje, want dat is zo’n lekker gekke naam. Echt iets voor een hond, zo noem je je kind niet. Behalve dan de ouders van hun schoondochter, een ander slag mens. 

De reiger kijkt vanuit zijn nest naar de homo’s in bosjes, minder actief dan doordeweeks. Naast oma zitten thuislozen te genieten van hun wiet terwijl zij niet durft te vragen wat voor vreemde sigaretten ze roken, of ze wil ook een hijsje, dat ze daarom zo vragend kijkt. 

Ik loop verder langs zwangere vrouwen met mannen waarbij ik niet aan seks denk en vriendinnen die elkaar kennen van yoga. Toevallig elkaar tegengekomen, of gezellig afgesproken bij de ingang naast de tennisbaan. Ik zie een jongen in een trui met een muts op. Hij wordt gefotografeerd voor een hip blad met rauwe fotografie die alleen geschoten kan worden met peperdure camera’s. Dan roept er een meisje verontwaardigd: “Hey, die heeft geen jas aan!” en ze wijst naar de jongen. Tja, zo kun je het ook zien.

dinsdag 12 februari 2013

Swiss, guard

Foto: Maarten van Benthem

Dromend van ridders en kastelen
Beleef ik gevechten tussen goed en kwaad
Ik ben goed, ik ben de beste
Mijn zwaard is het machtigst van allemaal

Later als ik groot ben, ben ik stoer en machtig
Allemachtig krachtig 
Met beide benen stevig op de grond 
Net iets hoger dan de rest 
De wereld, gewichtig aan mijn voeten    Ik, de ridder

Nat dromend van borsten en billen
Beleef ik onschuldig gefriemel en stoere praat
Ik ben de stoerste, ik ben de coolste
Mijn zwaard is het stevigst van allemaal 

Later als ik groot ben, ben ik stoer en machtig
Allemachtig krachtig
Met beide benen stevig op de grond
Net iets hoger dan de rest
De wereld, open aan mijn voeten    Ik, de prins 

Dromend van veiligheid en gerechtigheid
Beleef ik commandotrainingen en koude douches
Ik ben de hardste, ik ben de sterkste 
Mijn zwaard is het scherpst van allemaal 

Later als ik groot ben, ben ik stoer en machtig
Allemachtig krachtig
Met beide benen stevig op de grond
Een beetje beter dan de rest
De wereld, die naar me luistert    Ik, de held

Al lang niet meer dromend over onbelangrijke zaken 
Beleef ik de wacht, de nacht en de morgen
Ik ben loyaal, de beste van mijn rang
Mijn zwaard is gehard voor ons allemaal 

Later als ik groot ben, geloof ik in sprookjes
In ridders en kastelen
Rondborstige prinsessen en minnaressen
Schijt aan de rest
De wereld, daar wil ik leven    Ik, de guard

Swiss, guard



maandag 4 februari 2013

Vrienden gebleven


Ik vraag me weleens af of hij mijn eerste liefde was of niet. Toen nog een ‘hij’, op mijn 13e, later werd het steeds meer een ‘zij’.

Ik had al eerder vriendjes gehad, maar die waren niet zo. Zo mysterieus en zo ervaren. Hij had de wijsheid in pacht en kende de wereld als zijn broekzak, dat zag je zo. Hij was één grote spanningsboog, de laatste opbouw naar een open einde, want juist die onbekende toekomst maakte hem zo onweerstaanbaar.

Toch was het geen liefde op het eerste gezicht, want daar kreeg ik de kans niet voor. Hij bepaalde gewoon dat ik van hem was. Daar, op dat moment, op die plek, werd ik van hem.

In het begin wist ik niet zo goed wat ik met hem moest doen. Op school zagen we elkaar vooral in de pauzes of na school bij het fietsenrek, maar al snel wisten mijn ouders van onze relatie, gingen we samen uit en kwam hij op het laatst zelfs thuis. Hoewel mijn ouders onze relatie nooit hebben goedgekeurd.

Naarmate we ouder werden begreep ik het standpunt van mijn ouders, toch was ik niet klaar om onze relatie te beëindigen. Ook al werd hij steeds bezitteriger en mocht ik nooit meer zonder hem de deur uit. 

Uiteindelijk was de relatie niet meer spannend te noemen en ik was minstens net zo ervaren geworden als hij. We waren op dat punt beland dat we meer vrienden waren, of eigenlijk, vriendinnen. Want hij maakte het altijd gezellig, zorgde dat ik me lekker kon ontspannen en dat ik altijd met hem kon praten, zeker als ik het moeilijk had. Een goede vriendschap is heel waardevol, maar het ging niet meer, niet zo, niet ook nog met zijn verstikkende bezitterigheid. Het ging me tegenstaan, hij ging mij tegenstaan.

 
Inmiddels zijn we anderhalf jaar uit elkaar en ik heb geen moment spijt gehad. We komen elkaar nog weleens tegen op feestjes enzo, dan hebben we het weer leuk samen. Ik denk ook dat ik nooit echt van hem af kom, zoals het misschien hoort bij een eerste liefde, maar onze relatie is goed zo: “Vrienden gebleven”. Peuk en ik.


Foto: beashealthliving.com