dinsdag 26 mei 2009

Dak- en thuislozen: RESPECT!

2800 euro. Dat was wat de schilder vroeg. Van de schrik niets meer laten horen en zelf maar de handen uit de mouw gestoken. Nu, 6 1/2 week later en 750 kluseuro’s armer, leef ik een vervend bestaan. Dit is mijn verhaal:

Het zoveelste broodje. Liefst met cola of sap, maar dat is allemaal al op. Ik kan ook water drinken, maar de kraan is te ver en ik zit net. Voorzichtig pak ik het broodje op, want overal zit verf. Van vandaag, van gisteren en zelfs nog een beetje van vorige week. Vanavond maar weer bij B. slapen. Niet alleen omdat ik dat fijn vind, ook om het warme water. Want mijn geiser is stuk. Een warme douche zal mij weer mens maken, net als een bed. Zijn bed in dit geval. In een kamer die bezaaid is met plasticzakken vol kleding van mij. Schoon, vies, ik weet het niet meer. Ik heb inmiddels enorm respect gekregen voor dak- en thuislozen. Even daargelaten waarom zij dat zijn, kan ik me een beetje indenken hoe het is. Het gevoel van thuis zijn missen, leven uit plasticzakken, koud eten wat warm hoort te zijn, dragen wat je die dag toevallig bij je hebt en altijd wel iets dat je niet bij je draagt. En nu heb ik ook nog eens een gaslek….. Respect voor de dak- en thuislozen. Ik heb nog 2150 euro.

maandag 18 mei 2009

Gewonnen!!

Jippiejippiejeeijeei!!!

Een maand geleden deden Miss Dre, Vince, Krijn en ik mee aan de Good50x70 wedstrijd. We kozen het goede doel: Emergency 'Healtcare deprivation'. De gedachte was: Medical treatment is a right for all, not a privilege for some. No one should die because they can't afford, or can't get health care. That's so last century. De opdracht: maak een poster.

We maakten drie posters en dit is het winnende resultaat:


Deze posters worden van 19 t/m 22 Juli tentoongesteld in La Triennale gallery in Milaan, ze komen in de catalogus te staan van alle winnende posters van dit jaar en we zijn uitgenodigd voor een driedaagse workshop in Milaan door juryleden van Good50x70!

We deden het samen, maar ere wie ere toekomt:
Miss Dre = het brein achter dit sterke concept. Vince = de man die het in het juiste beeld vertaalde. Krijn = creative director totdat er niets meer te zeiken was. Emergency = de schrijver van de tekst en Ondergetekende = verantwoordelijk voor de kop. Een beresterke samenwerking waar we apetrots op zijn! En dat mag best.

donderdag 14 mei 2009

100 en 1 vrienden

Een vriend is volgens VanDale een persoon waarmee men door gevoelens van genegenheid is verbonden. Genegenheid is overigens goedgunstige gezindheid; liefde. Goedgunstige gezindheid is dan weer breed te interpreteren. Net als de betekenis van “vrienden”. Dankzij internet en zijn zogenaamde sociale netwerken. Zogenaamd: ten onrechte die naam dragend.

Mijn zogenaamde sociale netwerk op Hyves heeft een paar dagen geleden de 101 bereikt. Belachelijk veel, vind ik. Voor Hyves begrippen is dat echter a-sociaal, want de meeste Hyvers hebben maar liefst 400 vrienden of zelfs 1000 en meer. Ongelooflijk! Daar gaan de intieme verjaardagsborrels in huiselijke kring. Met dank aan al die “vrienden”. Lekker sociaal.

Een mens kan geen 100, 1000 of meer vrienden hebben. Geen echte in ieder geval. Het is nep. “Heb je al gezien hoe sociaal ik ben met al mijn vrienden!” Hyves behoort tot de online sociale netwerken. Hoewel ik goed begrijp waarom Hyves ‘sociaal netwerk’ heet, is social media geen ideale benaming van de betekenis. Social media is kort gezegd: contacten leggen en informatie delen. Niets over vrienden, want social media is handig. Niet sociaal. Laten we het dus handige media noemen ofzo, in ieder geval niet sociaal. Het klinkt misschien minder vriendelijk, maar het is wel zoals het is. Net als met echte vrienden.

Trouwens, is informatie delen zoals we het nu doen sociaal? Het heeft meer weg van: “kijk mij eens, ik heb ook iets te zeggen!” Ik ben nu met mijn 101 vrienden dus ook rete sociaal bezig. Eigenlijk houd ik gewoon van schrijven, is dit goed voor mijn schrijfkunsten en hoop ik dat de juiste mensen dit lezen. Handig dus. Niet sociaal.

woensdag 13 mei 2009

Het ‘no invite instinct’

We gebruiken ons instinct niet veel meer. Niet met het doel om te overleven in ieder geval. We hebben het nog wel. Bij echt gevaar of een echte dreiging laat het instinct zich niets meer wijsmaken en komt in actie. Dat gebeurt gewoon. Meestal bij dreigingen en gevaren die “niemand verdient” of waar “niemand om heeft gevraagd”. Het is het instinct dat boven komt als er iets gebeurt waar je niet om gevraagd hebt, het ‘no invite instinct’. En daar hebben we niets over te zeggen.

Koninginnedag 2009. 11.30 uur. Echt gevaar. Een Suzuki Swift. Hier had niemand iets over te zeggen. Omstanders komen in actie. Ze reanimeren, bellen 112 en willen helpen. Het gebeurde gewoon. Dit verdient niemand. Koninginnedag 2009. 20.00 uur. Echte dreiging. Drie jongens. Hier had ik niets over te zeggen. Omstanders doen niets. Ik sla om me heen. Een vuist links, een elleboog rechts en net geen knietje voor. Het gebeurde gewoon. Hier heb ik niet om gevraagd.

zondag 10 mei 2009

Bluf

Wist je nog vroeger? Als je het had over dingen die niet mochten. Dan was er altijd wel iemand die zei: “Bluf! Bluf dat je nu halfnaakt over de ringweg gaat fietsen.” Of “Bluf, dat je nu bij leraar Duits in zijn tuin gaat zitten schijten.” Hoewel je best een beetje bang was voor de gevolgen, werd je onrustig, baldadig en moedig. Een “bluf” gaf je een enorme bewijsdrang. Je moest en zou laten zien dat je het kon en vooral durfde. “Je moet me niet uitdagen, want dan doe ik het!” Bluf. En je deed het.

Gisteren kreeg ik de schuifdeuren niet dicht. De sleutel wilde niet doordraaien en de deuren niet op slot. Hij zei: “Dat kan je niet”, maar het klonk als “Bluf!” Met de bewijsdrang waardoor sommige mensen gaan zitten schijten in de tuin van leraar Duits, stond ik vervolgens een half uur te trekken, te duwen, te slaan en te draaien. Toen ze eindelijk dicht waren, had niemand meer aandacht voor mij of de deuren, maar ik had me bewezen. Ik was oppermachtig.

Met hetzelfde gevoel van opperste oppermachtigheid, speelde ik daarna tientallen liedjes van Guitar Hero. Ik was een oppermachtige gitaarspelende rock hero. Todat ze kozen voor Black Sunshine van White Zombie. Het was de bass. Onmogelijk. Waar is de beat? Wat is de flow? Stiekem even tussendoor getraind, maar ook op slow niveau raakte ik de snaren niet. Zij ook niet, maar ik was niet meer oppermachtig. “Dit moeten we halen, anders kan ik niet slapen!”, riep hij, maar het klonk als “Bluf!” Hij moest het doen met de bass en ik moest de boel redden met de gitaar. Dus daar gingen we dan.

Opperste oppermachtigheid werd opperste concentratie. Mijn rug gespannen, ogen gefocust en oren gespitst. Terwijl hij naast me staat te rammen, te gillen en te schreeuwen, sta ik naast hem. Te rammen, te gillen en te schreeuwen. Samen spelen we onze spieren zuur en onze pezen pijnlijk. We moeten het halen anders kunnen we niet slapen! Kom op! We redden het! Bluf! Bluf! Blùùf!!! Ik heb heerlijk geslapen. Dromend over een schijtende puber in de tuin van leraar Duits.

donderdag 7 mei 2009

If you need a fix

Weggestopt in krappe ruimtes, achter glas, tegen die ene warmtebron op het terras geplakt, vol met stempels om er straks nog in te mogen, hangend tegen muurtjes en zittend op stoepjes. Het zijn de rokers. Terwijl ze binnen stikken in frisse lucht van bier, zweet en kots, maken wij het buiten pas écht gezellig.

Mijn eerste peuk kreeg ik van mijn broer. Mijn tweede kocht ik bij de snackbar. Ik wist niet hoe ik Marlboro moest uitspreken dus vroeg ik om Camel. Ik was 12, maar toen deden ze nog niet zo moeilijk. Eenmaal in de brugklas wist ik Marlboro zonder te haperen uit te spreken en rookte ik. Op school moest ik daarvoor naar buiten, maar in de trein, de cafés, kroegen en restaurants rookte ik binnen. Heel stoer en langzaam niet meer zonder kunnend. Toen mocht het niet meer in de trein, maar ik rookte door. Niet meer stoer, maar gewoon rokend. Nu mag het nergens meer binnen en hoewel het van mijn moeder niet mag, rook ik buiten. Als roker. Het liefst met anderen.

Toen vanochtend mijn pakje leeg was, moest ik dus leuren. Leuren om gezelschap en om een peuk. De peuk bleek het probleem niet. Ik kon kiezen uit Kent, Camel, Pall Mall of Marlboro. Als roker weet je namelijk hoe het is when all you need is a fix. Nee, het probleem zat ‘m in gezelschap. De rokers waren druk of al geweest en de niet-rokers bleken te lui of te gesteld op hun frisse lucht van warme airco, printstof en lijmspray.

Dus daar stond ik dan alleen. Met koffie in de ene hand en mijn ochtendfix in de andere. Hangend tegen de muur. Terwijl ze binnen stikken, heb ik het buiten pas écht gezellig.

woensdag 6 mei 2009

To bitch and to graftak

Op de fiets naar mijn werk. Wind mee, de bomen groen, de temperatuur niet te laag en toch niet tevreden. Want de zon schijnt niet, sterker nog, het is regenachtig. Bah, denk ik. Niet vanwege het weer, maar vanwege mijn eigen gezeur. Zeurscheur, denk ik. Het is ook nooit goed.

Toevallig is het woord van vandaag ‘graftak’. Toevallig, omdat ‘graftak’ wordt gebruikt als scheldwoord voor een vrouw en het onder andere geschikt is om ‘zeurderigheid’ aan te duiden. Net als ik dus. Maar ik zeurde gewoon als Hollander, niet als vrouw in het bijzonder. Eigenlijk voel ik me door deze betekenis beledigd. Waarom worden wij weer geassocieerd met zeuren?

Vrouwen zeuren. Boehoe. Get over it. Vaak ook nog omdat zij niet luisteren of als een stel autisten door het leven gaan. Met ‘zij’ bedoel ik mannen. Dat lijkt me duidelijk. Maar zij zeuren ook. Heel veel. Vaak over vrouwen die zeuren, graftakken misschien, maar meestal over hun eigen vrouw of vriendin. Dus we doen het allemaal. Zeuren. Over alles. Als Hollander, vrouw én man. Zij noemen het ook wel ‘bitchen’. Van ‘bitch’, het Engelse synoniem van ‘wijf’. Als taalidioot ga je dan meteen denken over het werkwoord ‘graftakken’. Zou dat werken?

‘Graftak’ als scheldwoord gebruiken voor een man, werkt niet. Dat maakt hem gewoon een wijf. Nee, de oplossing zit ‘m in het werkwoord. “Zit niet zo te graftakkken!” Het is even wennen, maar het kan. Graftakken; regelmatig werkwoord, synoniem voor zeuren, m, v! Verdomme.

dinsdag 5 mei 2009

Borst of bal?

Commotie. Iemand roept: “Is toch gay!” Een ander stemt in: “Inderdaad, wat een onzin.” De rest stroomt toe om te zien waar het over gaat. Het gaat om een banner van NIVEA FOR MEN en de showergel waar je ook je borsthaar mee kunt scheren. NIVEA zorgt even voor totale anarchie. Discussies barsten los. Borst of haar, kaal of kammen, groeien of snoeien, scheren of waarderen. Motieven om borsthaar te laten staan, vliegen je om de oren. Redenen om het weg te halen, worden groots verkondigd. Het zijn de harigen tegen de kalen. Iedereen heeft een mening en die zul je horen ook.

Totdat iemand vraagt: “Scheer jij je ballen eigenlijk?”

Stilte valt. De behaarde aanstichters zijn in de kern getroffen. Hier is maar één antwoord op. Je borsthaar niet scheren is misschien mannelijk, sexy, en zoals een dame net riep: “lekker zacht”. Je balhaar niet scheren, kan écht niet meer. De sociale druk doet zijn werk en iedereen blijkt zijn ballen zeker te scheren. Met en zonder NIVEA. Ik geloof er weinig van. “Ik houd het in ieder geval netjes bij”, dekt er eentje zich al in. Er wordt nog even kort door gepraat, maar hierover valt niet te discussiëren. We zijn het erover eens. Gij zult uw ballen scheren! (of het in ieder geval netjes bijhouden) En of je borst of haar hebt, blijkt van ondergeschikt belang.

NIVEA FOR MEN. Voor bal en gezicht.

maandag 4 mei 2009

1st-floor non.vet collabo....!!!

Vince (1st-floor) en ik doen mee met Good Amsterdam van Good 50x70. Hopelijk maken onze posters binnenkort de Amsterdamse posterplekken net even mooier.

Z magazine posterconcept



Vraag het Ian, uw stadsspecialist

Op een leuke en ongedwongen manier vertelt Z magazine je over de chinees op de hoek en het verhaal achter de gevel. Nieuws van dichtbij, het nieuws van de straat. En wie kan je dat nou beter vertellen dan dak- en thuislozen die de stad écht kennen. Ze zijn specialist in Amsterdam en Z magazine is de kennis die zij verkopen. Dus wil je echt weten wat er in je stad gebeurt? Vraag het Ian, uw stadsspecialist.

Dit concept maakt van de verkopers mensen met een titel. Daarmee dwingen ze respect af. Het gaat ook in tegen het vooroordeel dat Z magazine een simpel straatkrantje is dat alleen bestaat dankzij liefdadigheid. Het is de kennis van de stadsspecialist en dat betekent kwaliteit. Voor Amsterdammers die op de hoogte willen blijven van wat er in hun stad gebeurt.

Met Hart voor Amsterdam




Met Hart voor Amsterdam

Het zakenleven zet zich met haar expertise, donaties, werknemers en passie in voor de opbouw van Amsterdam. Dat kunnen projecten zijn voor gehandicapte kinderen of het begeleiden van allochtone vrouwen in het bedrijfsleven. Je kunt meer doen met je bedrijf dan alleen geld verdienen. Dus daar sta je dan, met je maatpak op een trap, een gevel te verven. Met hart voor Amsterdam, omdat je van de stad en haar inwoners houdt.

Dit concept trekt de aandacht met een gek beeld: een man in pak die een gevel staat te verven. Dat wekt vragen op waardoor je de advertentie gaat lezen. De boodschap is simpel: ga naar de website en kijk hoe jij met jouw bedrijf Amsterdam mooier kunt maken. De gedachte die blijft hangen is: ik kan echt iets bijdragen met mijn bedrijf.